Op vlak van stijl en uiterlijk zijn er erg veel verschillende soorten tapijten. Het assortiment aan kleuren en dessins is vrijwel onbeperkt.
Bij het kiezen van tapijt moet je rekening houden met allerlei kenmerken: de vezelkwaliteit, structuur, samenstelling, pool en dichtheid, maar uiteraard ook met kleuren en patronen.
Er zijn verschillende tapijten voor verschillende kamers. In de ene kamer wordt er meer rond gelopen dan in de andere. Als je kiest voor tapijt, moet je hier zeker rekening mee houden. Het ene tapijt is bedoeld voor licht gebruik, zoals in slaapkamers, het andere is eerder bestand tegen intensief gebruik, zoals in hallen en op trappen.
De veerkracht heeft te maken met de dichtheid: hoe dicht de vezels op elkaar zitten dus. Het heeft weinig te maken met de dikte of de hoogte van de pool. De dichtheid kan je zelf bepalen door de pool met je duim neer te drukken en te kijken hoe snel deze weer in vorm springt. Als dat bijna onmiddellijk gebeurt, is de dichtheid hoog en zal het materiaal slijtvast zijn. Bij getuft tapijt kun je de dichtheid ook bepalen door op de achterkant te kijken hoe dicht de plukjes op elkaar zitten. Een tweede mogelijkheid is je vingers in de pool te duwen en daarna de plukjes uit elkaar te trekken om te zien of er veel ruimte tussen zit.
Meestal is het gewicht van de pool aangegeven en kan je deze gebruiken als goede leidraad:
- Licht gebruik, voor slaapkamers bv.: tot 800g/m²
- Licht tot normaal gebruik, voor woonkamers bv.: 875g/m²
- Normaal tot intensief gebruik, zoals huiskamers van drukke gezinnen: 950g/m²
- Intensief gebruik, bv. trappen, overlopen en hallen: 1kg/m²
De structuur van een tapijt wordt niet enkel bepaald door het type vezels, de pool is ook een belangrijk aspect. Je kunt gaan van gladde pluche tot een gekleurd patroon in lage lussen, dicht op elkaar. Er zijn meerdere gebruikte soorten: geschoren pool, velourspool, lussenpool, geschoren lus, bouclé en langharige pool.